In een volwassen relatie sta je op eigen benen
Leer eerst maar voor jezelf zorgen
Andre Meiresonne
21-04-2020

Sta bij elkaar, maar niet te dicht opeen,

Want de zuilen van de tempel staan op zichzelf,

En de eik en de cipres groeien niet in elkaars schaduw.

 

Kahlil Gibran, De Profeet

 

Je kent het wel: ‘Jij maakt me heel’. Het klinkt reuze romantisch. En je houdt elkaar voor de gek. Want iemand heel maken bestaat niet. Als je verliefd bent kan het even zo voelen. Maar dat duurt niet langer dan zes weken. Dan klopt de werkelijkheid weer op de deur. Blijkt die ander gewoon iemand die zichzelf mist – net als jij. Hier het realistische verhaal. Een relatie werkt wanneer je elkaar niet nodig hebt, wanneer je allebei weet dat je zonder elkaar verder kunt. Onromantisch?! Vooral realistisch.

Een relatie kan helend zijn. Wanneer je meemaakt dat een relatie ‘werkt’. Een werkende relatie is samen zijn zonder in elkaar te verdwijnen. Het probleem van in elkaar verdwijnen is dat je zelf verdwijnt. Je raakt jezelf kwijt, de ander raakt jou kwijt, je raakt elkaar kwijt. Je kent het wel: je gaat ongemerkt doen wat je denkt dat de ander verwacht. Je gaat invullen wat de ander wil. Terwijl die ander aanvankelijk op je viel omdat je dat nou juist niet deed! Want je was iemand die zo eigen en zichzelf was. Daardoor voelde de ander zich tot jou aangetrokken. Precies wat de ander niet was, dat was jij juist wel! Bijvoorbeeld naar buiten gericht en uitgesproken, of juist rustig en overwogen. Het voelde als samen compleet zijn. Je vulde elkaars ontbrekende delen aan. Tot het moment dat je er op gaat rekenen dat de ander steeds zo doet – ongemerkt de ander daartoe wilt beperken, omdat jij je daar lekker bij voelt. Totdat de ander moet doen waar jij behoefte aan hebt, namelijk doen wat jij denkt dat jij zelf niet kunt. Je hebt de ander nodig, je wordt van elkaar afhankelijk. En weg is de magie.

Je relatie als spiegel

Een relatie laat je zien waar je zelf bent. Een betere spiegel dan een relatie bestaat niet. Je ziet jezelf de hele tijd terug – in wat jou opvalt aan die ander. Blij, boos, bang, bedroefd? Wat je aan de ander opvalt, wat je van de ander vindt: het zou wel eens over jouzelf kunnen gaan. Dit principe van spiegeling heet projectie. Dat wat lastig is om in jezelf te zien (te ervaren, onder ogen te zien), zie je juist wel bij de ander. Je plakt als het ware jouw beeld van jezelf op de ander. Je blijkt zelf blij, boos, bang, bedroefd te zijn. Wanneer je dit door krijgt gaat er een wereld voor je open. Het gaat ineens niet meer over de ander, maar over je zelf. Dan is er werk aan de winkel. Het gaat niet om die ander, het gaat om jou en jouw problemen. En er is maar een die jouw problemen kan oplossen – jij zelf.

‘Ik kan zonder jou, en daarom ben ik zo blij met jou – omdat ik blij ben met mezelf. Ik heb genoeg aan mezelf, en daarom heb ik het zo goed met jou.’

Naar jezelf kijken

Een volwassen relatie begint met jezelf onder ogen zien. En niet verwachten dat een ander jouw problemen gaat oplossen. Zeker wanneer je gewend bent je druk te maken om die ander – die het zo goed doet, die zo fantastisch is, of er juist niks van bakt, die zelfs drie keer niks is. Kunnen kijken, durven kijken naar jezelf is volwassen worden. Volwassen als in tot volle wasdom komen. Dan kom je erachter dat hoe volwassener je zelf bent, hoe volwassener je relatie is. Dat lijkt een open deur, maar laat het tot je doordringen: de volwassenheid van je relatie spiegelt je eigen volwassenheid. Dus wanneer je vindt dat de ander nogal onvolwassen doet, dan zou dat zomaar een afspiegeling van je eigen onvolwassenheid kunnen zijn – waarschijnlijk net op een ander vlak dan je partner. Dan kom je erachter dat je je allebei onvolwassen gedraagt, en samen een onvolwassen relatie hebt. En dat ligt dus niet aan een van de twee. Een relatie doe je nu eenmaal samen. 

Niet vragen maar geven

Wat is dat, een volwassen relatie? Dat zijn twee mensen die op eigen benen staan. Twee mensen die elkaar niet nodig hebben, die ook zonder elkaar verder kunnen. Dan krijg je dat je tegen elkaar kunt zeggen: ‘Ik kan zonder jou, en daarom ben ik zo blij met jou – omdat ik blij ben met mezelf. Ik heb genoeg aan mezelf, en daarom heb ik het zo goed met jou.’ Een ander die jou heel zou maken is dan niet aan de orde. Geen ‘leunen en steunen’, niet elkaar overeind houden. Je bent twee autonome individuen – die het samen goed hebben omdat ze het allebei al goed hebben met zichzelf. Twee mensen die niet van elkaar vragen, maar aan elkaar geven: zichzelf; die niet bang zijn zichzelf in de ander te verliezen, omdat ze bij zichzelf zijn; die niet zeggen: ‘Als jij dit voor mij doet, dan doe ik dat voor jou.’ Dus niet zoals in dat hilarische liedje van André van Duin: ‘Samen in bad, ja gezellig is dat! Zeg schat doe jij mijn rug? Dan doe ik jou iets terug!’ Nee, juist een relatie zonder transacties en zonder voorwaarden. 

Je hoeft niets van de ander, omdat je genoeg hebt aan jezelf. Dan is wat je van de ander krijgt een cadeautje.

Zorg voor elkaar

Maar je zult zeggen: ‘Een relatie is toch ook –misschien wel juist!– voor elkaar zorgen, er voor elkaar zijn?’ Zeker! Omdat je het fijn vindt om voor je partner iets te doen, haar of hem iets te geven – de ander iets te schenken zonder er iets voor terug te verwachten. Je hoeft niets van de ander, omdat je genoeg hebt aan jezelf. En dan is alles wat je van de ander krijgt een cadeautje – bovenop het plezier dat je zelf schept in je leven. Misschien is dat ‘Heb je naaste lief als jezelf’?